“Uitgangspunt is dat betaalbaarheid van wonen bij ons altijd voorop staat. Dat is, ondanks een niet te vermijden huurverhoging, ook voor komend jaar volgens ons gelukt”, zegt Erik Gerritsen, voorzitter van de directieraad van Ymere. “Wij maken géén winst en we krijgen géén geld van de overheid of van de gemeente. Het geld dat we ontvangen gebruiken we om te zorgen dat onze huurders betaalbaar en goed kunnen wonen.”
Woonlasten blijven betaalbaar
In nauw overleg met de Samenwerkende Huurdersorganisaties Ymere (SHY) zijn met verschillende objectieve methodes berekend of wonen ook betaalbaar blijft na een huurverhoging, legt Gerritsen uit. “Gelukkig is dat het geval.”
De gemiddelde huurverhoging is 4,4 procent. Afhankelijk van de situatie krijgen sommige huurders geen of een lagere huurverhoging, bijvoorbeeld door een aanstaande renovatie of omdat hun huur al relatief hoog is op basis van de combinatie woning en inkomen.
Voor huurders in een vrije sector- of middenhuurwoning wordt de huur aangepast op basis van afspraken in hun huurovereenkomst. We kiezen er bewust voor om de huur van bewoners in een middenhuurwoning niet te laten stijgen met het wettelijke toegestane percentage van 7,7 procent en te beperken tot het inflatiecijfer van 3,8 procent (CPI februari 2025).
Op basis van gesprekken met de SHY betalen 75 procent van onze huurders (afhankelijk van huishoudensamenstelling en inkomen) niet meer dan €683 per maand huur. Hier gaat een eventuele huurtoeslag nog vanaf.
Ook hebben we een maximale grens gesteld van €900 voor de inkomensafhankelijke huurverhoging voor middeninkomens. De grens voor hoge inkomens is dit jaar €1185. Ook vragen wij dit jaar geen extra huurverhoging van €25 voor woningen met een energielabel A+.
“Een huurverhoging is nooit leuk”, weet Gerritsen. We hebben ons tot het uiterste ingespannen om de huurverhoging zo klein mogelijk te houden om de betaalbaarheid van wonen te garanderen. De SHY vindt dat we meer hadden kunnen doen en heeft zich ingezet voor een nog lagere huurverhoging. Het is jammer dat we geen overeenstemming hebben kunnen bereiken.”
Gerritsen heeft veel waardering voor de inzet van de SHY. “Het zijn allemaal vrijwilligers. Ze doen ontzettend belangrijk werk. Onze bewoners zitten om allerlei redenen in een hoek waar een tegenslag het hardst aankomst", zegt Gerritsen. “Maar we kunnen niet alle problemen via de huur oplossen. Daarom staan we zij aan zij, ook richting Den Haag, en komen voor hun belangen op. Denk bijvoorbeeld als het gaat over dempen van hoge energieprijzen, hoogte van de huurtoeslag, uitkeringen en minimuminkomen.”
Gerritsen benadrukt dat hoewel de sociale huren met gemiddeld 4,4 procent omhoog gaan, ook geldt dat veel sociale huurders daar in de portemonnee een stuk minder van voelen.
Voor hen geldt dat ze onder de streep minder kwijt zijn aan woonlasten, zo blijkt uit berekeningen van het Nibud, onafhankelijk kennis- en adviescentrum op het gebied van huishoudfinanciën. Dit komt omdat de inkomens van deze groep met gemiddeld 5,2 procent zijn gestegen. Ook wordt de huurverhoging in veel gevallen gecompenseerd door een stijging van de huurtoeslag.
Vraag huurtoeslag aan
Gerritsen constateert overigens wel dat niet alle huurders huurtoeslag aanvragen, terwijl ze daar wel recht op hebben. “We schatten dat het om 10 procent van onze huurders gaat. Laat dat geld niet liggen en neem contact op met een toeslagenservicepunt in bijvoorbeeld de bibliotheek of bel de Belastingdienst voor meer informatie. Kom je er niet uit, dan helpen we je graag op weg contact te leggen.”
Meer over dit onderwerp:
Geen nieuws meer missen?
Ontvang het laatste nieuws in uw inbox. Meld u aan voor onze nieuwsbrief