Geen overeenstemming over gasloos maken individuele woning

Marly Zevenhek woont in een prachtig, recent gerenoveerd appartement in Amsterdam-Zuid. Bouwjaar 1929. Na een grondige renovatie heeft de woning nu energielabel A. Het groenste en meest energiezuinige label wat er is. Dat zegt iets over haar woning: tiptop geïsoleerd, alleen nog niet gasloos. Vandaar haar verzoek.

Hoe en tegen welke prijs verduurzamen

Het verduurzamen en gasloos maken van woningen is toch de hoogste prioriteit van de woningcorporatie? Waarom geeft Ymere geen toestemming voor het gasloos maken van de woning van Zevenhek?

Regiomanager Marjolein Cazemier legt uit: “Ja het klopt dat dit bij ons de hoogste prioriteit heeft. We zijn ook niet tegen het initiatief van Zevenhek, maar hebben haar voorstel toch afgewezen. We gaan voor een collectieve oplossing op wijkniveau. Dat is een doordachte keuze en robuust voor de toekomst. En daarmee beter en goedkoper voor alle huurders in de wijk. Je kunt niet tegen verduurzaming zijn. De vraag is alleen: hoe doe je dat en tegen welke prijs. Ook de woning van Zevenhek zal uiteindelijk gasloos worden, alleen weten we nog niet wanneer. We maken op dit moment een plan welke energieconcepten we in welke wijken het beste kunnen toepassen zodat in 2050 al onze woningen gasloos zijn.”

Complexmatige verduurzaming

Waar Marly Zevenhek en Ymere over van mening verschillen is de wijze waarop de woningen worden verduurzaamd. Bij het individueel gasloos maken van woningen ontstaat er een wildgroei aan installaties, zoals waterpompen en infraroodpanelen, waar wij na verhuizing van de huurder verantwoordelijk voor zijn. Marjolein Cazemier: “Uit het oogpunt van beheer is die wildgroei niet wenselijk. Het vertraagt ook de energietransitie. En het is ook nodeloos kostenverhogend. Terwijl we er juist alles aan doen om huren betaalbaar te houden. Bovendien bereik je meer op een efficiëntere wijze bij complexmatige verduurzaming.”